La Marmotte Grandfondo Alpes 2015
Door Gosse Bouma
Het is 4 juli 2015, kwart over zeven ’s ochtends, en ik sta op een plein in Bourg d’Oisans te wachten tot ik los mag voor de Marmotte Cyclo. Om me heen hoor ik Engels, Deens, Frans, en Nederlands met een Vlaams accent. De laatste keer dat ik hieraan mee deed was nog de helft van de deelnemers Nederlands, maar nu spot ik nauwelijks landgenoten. Ik start in de tweede groep, wat betekent dat we netjes om 7:30 uur worden weggeschoten. Het is al de hele week bloedheet, en ook vandaag belooft het weer een warme dag te worden. Elf jaar geleden deed ik ook al eens mee. Toen mijn vrouw na afloop vroeg hoe het ging was mijn antwoord: eens maar nooit weer. Vier Alpencols op 1 dag, met in totaal ruim 5000 hoogtemeters: het is een beetje veel van het goede voor ons laaglanders. Maar het kriebelde alweer een tijdje. Zo had ik de afgelopen jaren drie keer de Mont Ventoux beklommen op 1 dag (ook ongeveer 5000 hm), en twee keer de limiet voor goud gehaald in de Trois Ballons (een cyclo in de Vogezen, 200 km en 4000 hm), dus toen deze winter mijn schaatsmaat Wander voorstelde de Marmotte te gaan doen, was ik snel om.
Onze voorbereiding begon met de inschrijving. Dat bleek nog lastig, want in eerste instantie misten we de dag waarop die open ging, en binnen 24 uur was het vol. Gelukkig konden we via En Route Fietsreizen nog een appartement en 2 startbewijzen regelen. Het sportieve deel van de voorbereiding bestond wat mij betreft uit veel kilometers maken, en afvallen. Ze zeggen niet voor niets: If you’re thin, you win. Uiteindelijk was ik begin juli 7 kg lichter dan op 1 januari. Klimmen is lastig wanneer je in Noord-Nederland woont, en dat heb ik dan ook niet overdreven veel gedaan. De heuvels die je moet overwinnen in de Amstel Gold Race, Tecklenburg, Winterberg, of de Jan Jansenclassic tellen tenslotte meestal niet op tot meer dan 2000 hoogtemeters.
Zonder Wander, maar wel met echtgenote Miranda, arriveerde ik zes dagen eerder in de Alpen. Dit was het begin van onze vakantie, dus die fiets moest ik eerst even vergeten. Alleen op woensdag had ik me voorgenomen een flinke verkenning te doen. Dat werd de Glandon, daarna afdalen, en dan de Croix de Fer (deze keer wel vanaf de voet, 25 km, met een paar km vals plat in het midden). Het was in Frankrijk zo mogelijk nog warmer dan in Nederland, en dat merkte ik. Gelukkig was het vanaf de Croix de Fer alleen nog afdalen, op dat laatste stukje naar het appartement toe. Dat laatste wippertje bleek een loeisteil stuk van 4 km te zijn. Ik haalde nog een paar Nederlanders in die er zo mogelijk nog slechter aan toe waren dan ik: vloekend en tierend reden ze naar boven. Wat ik in ieder geval had geleerd: niet te snel starten, en vooral blijven drinken, heel veel drinken.
De eerste 15 km vanuit Bourg d’Oisans zijn vlak, en gaan razendsnel. Ik beland in een grote groep die minstens 35 km/u rijdt. Ik kijk eens om en zie alleen maar lege weg, en besluit dat lossen geen zin heeft. Bij Allemont slaan we af en begint de klim van de Glandon (25 km onregelmatig klimmen). Ik heb inmiddels geleerd dat je niet te snel moet beginnen, en zoek meteen mijn eigen tempo. Twee uur na de start sta ik op de top. Omdat er in de afdaling van de Glandon in het verleden veel valpartijen waren, heeft de organisatie besloten dat de afdaling niet meetelt voor je eindtijd. Een geniale beslissing, want dit betekent dat je na de tijdmeting op de top op je gemak kunt eten en drinken, op je gemak kunt afdalen, en pas na de tijdmeting beneden weer gang moet gaan maken. Dat zouden meer cyclo’s moeten doen!
Na de Glandon kregen we de fantastische Lacets de Montvernier voorgeschoteld (5 km klimmen, met 20 haarspeldbochten in de eerste 3 km). De route van de Marmotte, die normaal via de Glandon, Telegraphe en Galibier naar Alpe d’Huez gaat, was dit jaar drastisch omgegooid omdat er een tunnel was ingestort tussen Galibier en Bourg d’Oisans. Het alternatief was, met 180 km en 5000 hm, zeker niet minder uitdagend. Inmiddels liep de temperatuur flink op. Misschien vraag je je af hoe het met mijn fiets- en schaatsmaat Wander ging. Helaas, hij ging niet. Drie weken voor de grote dag presteerde hij het om tijdens zijn zondagochtentraining met fietsclub Het Trapstel zwaar ten val te komen. Gevolg: zware hersenschudding (ondanks een helm), en een paar gebroken vingers. Daarmee was zijn Marmotte wel voorbij. (Het is nu eind 2015, en volledig werken doet hij nog steeds niet.) Na de Lacets de Montvernier volgt er een lang stuk vals plat. Ik zit in een groep die net iets te hard gaat, vooral ook omdat ik wil eten en drinken en rustig aan wil doen tot de volgende klim. Ik laat me lossen, en dat blijkt een goede beslissing, want op de col de Mollard rijd ik verschillende mannen uit die snelle groep weer voorbij. De Mollard is 10 km lange maar niet supersteile klim. Boven is een ravitaillering. Na 100 km in de Alpen en ongeveer 5 uur fietsen is dat geen overbodige luxe, en ik neem de tijd om me vol te stoppen met zoveel mogelijk vast voedsel, en mijn bidons maar weer eens bij te vullen. Daarna gaat de route nog een tijdje als een soort wasbord op en af, voor er een stukje afdaling komt, waarna de Croix de Fer op het programma staat. Gelukkig beginnen we niet aan de voet, maar ergens halverwege, maar dat betekent toch nog altijd bijna 10 km aan 8% gemiddeld.
Inmiddels is het middag geworden, en is de temperatuur tot ruim 30 graden opgelopen. Dat is te merken. Langs de weg loopt hier en daar water van de rotsen en verschillende fietsers kunnen de verleiding niet weerstaan. Links en rechts langs de kant liggen renners met hun hoofd onder een waterstraal, of soms languit in een beekje. Het lijkt of vooral de Denen en Britten last hebben van de hitte. Op de top van de Croix de Fer heb ik het ook wel even gehad. Mijn voeten zijn dik geworden van de hitte. en doen flink pijn. Schoenen uit en water erover helpt een beetje. Op de top van de Croix de Fer is weer een ravitaillering. Als ik water wil halen, vraagt een vrijwilliger of ik het in mijn bidon wil, of dat hij het maar meteen over mijn hoofd zal gieten. Hitte!
Over een eindtijd wil ik me eigenlijk niet druk maken, uitrijden lijkt me al heel wat. Maar op de top van de Croix de Fer zie ik dat ik nog 3 uur heb tot de finish, als ik tenminste volgens het snelste schema (9 uur, ‘goud’) voor mijn leeftijd wil finishen. Bij mijn vorige Marmotte deed ik alleen al over de Alpe d’Huez 1 uur 45. Als me dat weer lukt, moet ik dus in 1 uur 15 de Croix de Fer en Glandon af (25 km), en nog 15 km vlak tot Bourg d’Oisans. Deel 1 van het plan lukt, ook al omdat ik in het dal even achter een snel groepje kom te zitten. Na een volgende plens water over mijn hoofd, en nog 1 keer de bidons vullen, heb ik nog 1 uur 50 voor Alpe d’Huez (13 km, bijna 8% gemiddeld). Dat moet misschien net kunnen, maar met deze hitte kan het nog lastig worden. Op de klim hetzelfde beeld als eerder: overal fietsers die langs de kant liggen en naar een waterstraaltje zoeken. Volgens de meeste mensen zijn de eerste kilometers van de klim het zwaarst, en ik besluit dat ik daar nog even flink tempo wil maken. Dat lukt, als je 10 km/u tenminste tempo wilt noemen, maar daarna is het beste er ook echt af. Stapvoets rijd ik naar de finish. Als ik de tijdslimiet wil halen, moet ik ongeveer 8 km per uur aanhouden, en zeker niet afstappen. Beide blijken nog knap lastig. Volgens sommige verhalen is de temperatuur op de slotklim 37 graden! Opeens gaat het snel, en uiteindelijk ben ik na 1 u 37 bij de finish, ruim op tijd voor ‘goud’.
Mijn eindtijd was 8 u 46. Zonder de afdaling van de Glandon is de Marmotte ong. 160 km. Dat is dus een gemiddelde van minder dan 20 km/u! Hierbij moet je wel bedenken dat je twee zware cols oprijdt die je niet afdaalt (Glandon en Alpe). Maar toch, het is een zwaar ritje. Ik was 1158 overall (van de ruim 4600 finishers, en 7000 starters), en 154 (van bijna 1000 deelnemers) in mijn leeftijdsklasse (50+). Eerlijk gezegd: van tevoren had ik niet gedacht dat ik goud zou kunnen halen. De hitte maakte het zeker ook extra zwaar. Een dag later werd bekend dat een Nederlandse deelnemer, zeer ervaren en goed getraind, aan de gevolgen van oververhitting was overleden. Ga ik het nog een keer doen? Voor 2016 heb ik geen plannen in die richting, maar de gedachte dat ik het wel kan smaakt zeker naar meer.