Drenthe200 2017 “De Hel van Drenthe”
Door Ronald Bosker
Het is kerstavond en terwijl je een heerlijk diner naar binnen werkt kijk je toch stiekem naar buiten. Weer regen! Ja weer, want de afgelopen weken, misschien wel twee maanden regende het ook al bijna iedere dag. Het zijn geen goede vooruitzichten voor: Bert, Marcel, Ronald en Albert. Alle vier hebben zich ingeschreven voor de Drenthe 200. Kort te beschrijven als een wedstrijd door Drenthe van 200 kilometer met 100 kilometer modder, 50 kilometer blubber en 50 kilometer onverharde paden. Bert, Marcel en Ronald reden de wedstrijd vorig jaar ook (toen waren de omstandigheden een stuk beter) en Albert ging dit jaar voor het eerst van start. Na het wegseizoen is er flink getraind om fit aan de start te staan voor dit evenement, menig toertocht op zaterdag en/of zondag en doordeweeks kilometers maken wanneer het kan.
De 28e is het dan eindelijk zover. De wekker gaat vroeg, zo rond 4 uur en er worden flinke porties ontbijt naar binnen geschoven. Tegen 5 uur vertrekken we naar Roden, waar Bert om 6 uur in startwave 1 zal starten. Marcel en Ronald vertrekken 10 minuten later in startwave 2 en Albert in startwave 4. Het meedoen van Marcel hing nog aan een zijden draadje, want waar Ronald vorig seizoen met flinke koorts en ziekte op de fiets stapte deed Marcel dit jaar een poging om hem na te doen. Nog even snel de helm goed, licht controleren, want je rijdt de eerste drie uur in het donker, is de bandendruk niet te hard of te zacht, zijn de handschoenen voldoende voor 200 kilometer kou en regen? Het is de heerlijke spanning voorafgaande aan de start.
Wanneer het startschot voor iedereen geklonken heeft gaan de eerste 6 kilometer in een rap tempo over de klinkers richting Lieveren. Iedereen probeert in een goede groep te komen voordat het stoempen door de blubber gaat beginnen. De eerste 36 kilometer tot aan verzorgingspost 1 gaan volledig in het donker. Om ons heen vallen mensen om, omdat de modder ze tegenhoudt of omdat ze een boomstronk niet zien. Met onze cyclocrossers hebben wij in de blubber een voordeel ten opzichte van alle mountainbikes. Vlak voor de eerste ravitaillering doemt het prachtige heideveld van Balloërveld op en laat ook de zon zich langzaam zien. Het is een mooi moment om bij stil te staan, ware het niet dat daar weinig tijd voor is. Doorfietsen!
Waar Marcel het bij de eerste twee verzorgingsposten nog heel zwaar heeft vanwege het ziek zijn, is het Ronald die bij de verzorgingspost van Schoonloo er helemaal doorheen lijkt te zitten. We zijn dan circa 80 kilometer onderweg en van “normaal” fietsen is allang geen sprake meer. Stoempen, duwen, trekken en af en toe zelfs lopen is het devies. Bij Schoonloo sluit ook Albert zich aan bij Marcel en Ronald, die de eerste 80 kilometer samen hebben gereden. Albert heeft flink wat goedgemaakt en voelt zich, net als Marcel goed. Beiden besluiten snel door te rijden, waar Ronald aan het bunkeren slaat. Soms is het genieten op de fiets, maar op het stuk naar Beilen zien we steeds meer vergruisde gezichten en gebroken lichamen. Het is niet het enige wat breekt, want Ronald zijn snelspanner breekt ook, waardoor zijn wiel los komt te zitten en hij een fietsenmaker moet zoeken. Hierdoor rijdt hij 10 kilometer over de weg en dat is te merken bij de volgende post. Daar heeft hij een voorsprong op Albert en Marcel, bij wie de Garmin af en toe nauwelijks boven de 5 kilometer per uur uitkomt door alle drek.
Rond 145 kilometer is het voor Marcel en Albert genoeg. De kou, de regen, alle nattigheid door de sneeuw, hagel en blubber zorgen ervoor dat je nauwelijks meer warm wordt. Marcel rijdt vanaf Appelscha terug over de weg, naar Roden. Albert gaat eerst wel verder, rijdt daarna twee keer verkeerd en besluit ook om over de weg terug te rijden. Ronald, na anderhalf uur opwarmen en Bert, onverstoorbaar als altijd, besluiten wel verder te rijden over het parcours. Appelscha blijkt niet alleen voor Marcel en Albert het officieuze eindpunt. Om ons heen staan overal verkleumde wielrenners en de EHBO maakt overuren. Menig rijder wordt ook uit de wedstrijd gehaald door de organisatie, slechts 498 van de 1700 deelnemers halen de finish. Eén van de redenen dat de deelnemers uit de wedstrijd worden gehaald is dat het ergste nog moet komen. Het JANPAD. Vier kilometer aan hel, waar je niet doorheen komt met de fiets. Aan het begin van het pad staat ook een bord: “Welkom in de hel”. Zelfs de winnaar van deze editie kwam hier alleen lopend doorheen. Op deze foto is het nog licht, maar wanneer Bert en Ronald hier doorheen ploeteren is de duisternis alweer ingevallen. De laatste 25 kilometer zijn ontzettend zwaar en worden in meer dan twee uur afgebeuld door beide mannen. Gelukkig staat er bij de finish een warm welkom te wachten. Marcel en Albert zijn al gearriveerd in Roden, waar ook Tineke, de vrouw van Bert en Marion, de vrouw van Ronald en zijn zwager en schoonvader samen met: John, Oene en Sjors staan te wachten wanneer Bert binnenkomt. Wanneer Bert al warm aangekleed is komt ook Ronald binnen.
Wanneer het podium is betreden, iedereen zijn stamppot en een biertje heeft gehad blijven er vier klein geworden mannen over. Kapot door 200 kilometer drek en kou. De Drenthe 200, een wedstrijd die je op de dag zelf nooit meer wilt rijden, maar waar je vijf dagen later, genietend van alle filmpjes, foto’s en verhalen toch alweer anders over denkt.