Amstel Gold Race 2016
Door Harro Hofman
Na het succes van vorig jaar stond de Amstel Gold Race ook dit jaar weer op de fietskalender en wel op zaterdag 16 april. Omdat de 150 km-versie ons goed afging, hebben we ons ditmaal ingeschreven voor de 240 kilometer met ruim 2600 hoogtemeters.
Op de vrijdag reizen we met het gezelschap, waaronder de fietsers Annet, Gosse, John, Marcel, Oene, Sjors en ondergetekende, af richting Brunssum alwaar we 2 keurige chalets op Resort Brunsummerheide betrekken. Even daarvoor hebben Gosse, John en ik de startbewijzen alvast opgepikt in Valkenburg. Zodoende hoeven we niet meer apart die kant op en hebben we nog ruim de tijd voor het langslopen van de fietsen en het geven van een spoedcursus “hoe vervang ik een binnenband”. Marcel en Oene grijpen nog wel even de kans om een klein ritje in de omgeving te maken. Ondertussen wordt er door de dames een voedzame maaltijd gemaakt en kan er flink ‘gestapeld’ worden voor de dag van morgen. Na het eten nog wat laatste voorbereidingen en daarna vroeg op één oor want de wekker staat scherp op 6.00u. Even na zessen zitten we aan een stevig ontbijt. Het weer én de sfeer zijn uitstekend. Rond 6.30u op naar de start in Valkenburg. Het is fris maar droog. Annet start even ná ons voor de 150 kilometer. Onze eerste 100 kilometer gaan als een sneltrein. Ik zeg sneltrein aangezien ik de resterende 140 kilometer als een Fyra ga. Meer kapot dan rijdend, zeg maar. Veel te snel van start en me proberen te meten aan de sterkhouders binnen onze groep. Niet erg handig aangezien de eerste 100 kilometer slechts weinig klimwerk vergen. Het zwaarste moet nog komen.
Bij de 90km- ravitaillering kom ik als laatste aan. Voor mij nog geen reden tot zorg. Ik kom er wel weer bovenop. IJdele hoop, zo blijkt. Zeker als ik voor de tweede keer de Geulhemmerweg beklim. De eerste keer kon ik de man in z’n koralen outfit, Oene prima volgen. Nu moet ik iedereen laten gaan, zelfs de mindere klimgoden. Het credo voor de rest van de dag: ‘pak een grote groep en nestel je er tussen en rij je eigen race’. En dat blijkt een goede strategie. Bij de volgende ravitailleringsposten kom ik steeds in het achterveld aan, maar is de achterstand nog verwaarloosbaar. Vaak in gezelschap van Sjors, die nog weinig kilometers in de benen heeft. Bij de beklimmingen van Camerig en het Drielandenpunt zijn we nog met John, Sjors en Marcel. Oene en Gosse zijn een maatje te groot en rijden vooruit. Tijdens het klimmen rijden mijn drie metgezellen steevast bij me vandaan en kom ik erachter dat mijn snelle start mij nu begint op te breken. Bij het Drielandenpunt houden we een korte pauze en betrekt de lucht. Er komt regen aan, dat is wel duidelijk. Tijdens de afdaling naar Vaals vallen de eerste druppels en in Vaals komt het even met bakken uit de lucht. Voor ons reden om in een bushalte te wachten tot het ergste voorbij is. Een kwartier later stappen we weer op en vervolgen we onze inmiddels kletsnatte weg.
De daaropvolgende uren blijft het druilerig en koud. Met de Kruisberg (16%), Eyserbosweg (18%), Huls (11%) en de Keutenberg (16%) in het verschiet daalt mijn moreel tot het absolute nulpunt. Zeker nadat ik kort na de laatste ravitaillering op zo’n 45 kilometer van de finish, John, Marcel en uiteindelijk ook Sjors moet laten gaan. De laatste 30 kilometer rij ik solo en overweeg ik af te stappen en te wachten op de bezemwagen. Ik besluit om een extra stop te maken om de zinnen te verzetten. Ondertussen prop ik alles wat ik nog aan eten bij me heb naar binnen en moet ook het buisje ‘doping’ er aan geloven. In combinatie met een doorbrekend zonnetje kom er enigszins weer bovenop en besluit het weer te proberen. De lelijkste pukkel,de Keutenberg gaat me verrassend goed af en bij de slotklim van de Cauberg doe ik zelfs nog een poging om te versnellen. Maar dat wordt in de kiem gesmoord, ik zit stuk. De laatste kilometers naar de finish volgen en ben ik blij dat ik er ben. Bij de finishtent word ik opgewacht door de rest van de groep, waarvan Oene en Gosse al drie kwartier binnen zijn. De achterstand op de rest blijkt minder dan 20 minuten te zijn en dan ben ik toch best tevreden. Het biertje bij de finishtent is tegelijk de smerigste en de lekkerste ooit. Proost! Ondertussen hebben we vernomen dat Annet haar 150 kilometer heeft voltooid. Een prestatie van formaat gezien het minimale aantal kilometer die ze in de voorbereiding heeft gefietst. Chapeau!
Vervolgens gaan we terug naar onze bungalow voor een welverdiende douche en een Griekse maaltijd. ’s Avonds wordt er nog lang gezellig nagepraat en alvast wat spullen ingepakt. De volgende morgen vertrekken we na een heerlijk ontbijt huiswaarts. Het was in één woord geweldig. Dat het de zwaarste rit in mijn ‘wielercarrière’ was, is mij duidelijk. Dat het een leerzame was ook. Niet te snel van start gaan en je eigen race rijden, neem ik ter lering mee voor toekomstige uitdagingen. Bijvoorbeeld voor komend jaar als we mogelijk verkassen naar België voor ‘Luik-Bastenaken-Luik’. Ook dat wordt vast een mooie rit. Maar wel één met dit stukje ervaring in de rugzak.